Woonlasten stijgen in gemeenten Scherpenzeel en Renswoude

SCHERPENZEEL/RENSWOUDE Huiseigenaren in de gemeente Scherpenzeel betalen dit jaar hogere gemeentelijke woonlasten dan in 2018. In Scherpenzeel stijgen de totale lasten met gemiddeld 5,9 procent. Dat betekent dat inwoners gemiddeld 808,96 euro per jaar aan woonlasten betalen. In Renswoude stijgen de lasten met 0,6 procent en betalen inwoners 773,23 euro.

Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Vereniging Eigen Huis. In het onderzoek zijn de onroerende zaakbelasting (ozb), de afvalstoffen- en de rioolheffing over 2019 meegenomen. Landelijk zijn de gemeentelijke woonlasten dit jaar gemiddeld 3,4 procent hoger dan in 2018. Dat is volgens VEH ruim boven de verwachte inflatie van 2,4 procent.

In de Scherpenzeel en Renswoude bedraagt de ozb respectievelijk een gemiddeld bedrag van 316,63 en 255,03 euro, een stijging van 0,1 en 1,9 procent ten opzichte van 2018. De afvalstoffenheffing stijgt met 18,7 in Scherpenzeel naar 250 euro en blijft in Renswoude gelijk met 253,70 euro. De rioolheffing bedraagt gemiddeld 242,33 en 264,50 euro, dat is in Scherpenzeel een stijging van 2,3 procent en in Renswoude is het percentage gelijk.

STIJGERS In de provincie Gelderland zijn de gemeenten West Betuwe/Neerijnen (11,4 procent), West Maas en Waal (10,8 procent), West Betuwe/Lingewaal, (10,7 procent), Epe (10,3 procent) en Putten (9,7 procent) de grootste stijgers. In Brummen (-3,4 procent), Oldebroek (-2,4 procent), Overbetuwe (-1,5 procent) en Aalten (-0,7 procent) daalden de woonlasten, in Duiven (0,1 procent) blijkt het verschil met 2018 het kleinst. In de provincie Utrecht zijn Eemnes (11,2 procent), Zeist (9,3 procent) en Montfoort (7,0 procent) de grootste stijgers. In Renswoude (0,6 procent), Bunnik (1,0 procent) en Baarn (1,3 procent) zijn de verschillen met 2018 het kleinst.

Alle cijfers zijn te vinden op de website van Vereniging Eigen Huis.