Jeugd zoekt verkoeling in het water

31 mei 2007 om 00:00 Nieuws

SCHERPENZEEL - Sinds 5 mei kunnen zwemliefhebbers weer terecht in zwembad ‘t Willaer. Velen bezoeken het bad op een mooie zomerdag. Als de zomer net zo warm wordt als vorig jaar, zullen tienduizenden zwemmers ook dit seizoen weer een verfrissende duik nemen in het zwembad. In de Terugblik van deze maand vertelt Oud Scherpenzeel over de geschiedenis van zwembad ‘t Schut en zwembad ‘t Willaer.

Net als tegenwoordig zoekt ook de Scherpenzeelse jeugd van weleer verkoeling in het water. In Scherpenzeel gebeurt dit aanvankelijk in het Barneveldse kolkje, een gedeelte van de Lunterse Beek achter ‘t Koepeltje tegenover de vroegere ijsbaan.

Voor het stichten en instandhouden van een zwembad zoeken enthousiaste zwemmers rond 1920 onder de Scherpenzeelse bevolking donateurs, die maandelijks een bijdrage van één dubbeltje willen geven. Deze actie leidt tot de oprichting van zwembad ‘t Schut op de plaats van het Barneveldse kolkje. De beek wordt ter plaatse wat uitgediept en verbreed. Door dwars over de Lunterse Beek geplaatste boomstammen wordt het zwembad gemarkeerd. De oevers worden met spoorbielzen verstevigd en er worden drie kleedlokalen gemaakt. Later worden aan de overkant van het bad nieuwe kleedhokjes bijgebouwd, die voor 20 gulden kunnen worden gekocht. De eigenaar krijgt een eigen sleutel. Het onderhoud kost jaarlijks één gulden. Het waterpeil wordt met een schut (stuw) geregeld.

Vermoedelijk heeft het bad hieraan zijn naam te danken. Door de stroming van de beek is het water in het zwembad altijd helder. Er is ook een duikplank waarop een kokosmat tegen uitglijden is bevestigd.

‘Badmeester kan zelf niet zwemmen’

Een badmeester, die zelf niet kan zwemmen, houdt toezicht en is eigenlijk niet meer dan een oppasser. Zwemles wordt er dan ook niet gegeven. De eerste badmeester van ‘t Schut heet De Koning, hij is streng en heeft altijd aan een schipperspet op. Zowel jongens als meisjes dragen een badpak. Per gezin is er soms maar één badpak, zodat er om beurten moet worden gezwommen. Je in een nat katoenen badpak hijsen valt niet mee. Een moeder voor wie de aanschaf van een badpak te duur is, breit een wollen badpak voor haar kinderen, die hiermee trots naar het zwembad gaan. De blijdschap is van korte duur: er is niet in te zwemmen, om over de vorm nog maar niet te spreken.

Badmeester Bart Wolswinkel gooit, als hij in een goede bui is, een lang touw in het zwembad, waarmee hij de kinderen naar de kant trekt. Zelf waagt hij zich nooit in het water. Als hij een keer met zijn teen het water voelt is zijn reactie “ ‘t Is alsof je asem afsnijdt”. Als iemand wat al te lang onder water blijft, krijgt een andere zwemmer de opdracht om eens te gaan kijken waar ie blijft. Jongens en meisjes zwemmen vaak gescheiden op verschillende tijden. Een baby in de kinderwagen wordt hierom niet toegelaten. Als moeder het zwembad in wil, moet ze de kinderwagen maar buiten het hek laten staan!

Het zwemseizoen wordt afgesloten met zwem- en behendigheidswedstrijden en de opvoering van een toneelstukje. Door bestuurslid Gerrit(Doesje)Methorst van zwemvereniging ‘t Schut wordt een vlonder in het water gemaakt waarop gespeeld wordt. Zelf speelt Doesje ook vaak mee. Hoogtepunt is natuurlijk het omslaan van de vlonder, zodat de spelers in het water vallen.

In 1959 wordt zwembad ‘t Willaer door burgemeester Hoytema van Konijnenburg geopend. Het zwembad bestaat uit een kleuterbad (pierenbadje), een ondiep en diep bad. Het ondiepe en diepe bad worden door een brug van elkaar gescheiden. In het ondiepe gedeelte is een glijbaan. Het zwembad wordt met opgepompt water gevuld. Om het ijskoude grondwater enigszins voor te verwarmen voordat het in het zwembad terecht komt, wordt het door een voorverwarmingsbassin geleid waarin het door de zon kan worden opgewarmd. Dit systeem werkt nauwelijks. Om het water te zuiveren, wordt uit mandflessen chloor in het bad gegoten. Een oude, omgebouwde ontijzeringsketel doet vanaf 1965 dienst als zuiveringsinstallatie.

‘Afgedankte megafoon als omroepinstallatie’

Het zwembad is in die tijd van ‘s morgens zeven uur tot ‘s avonds half tien geopend. Na sluitingstijd neemt het personeel nog een duik, evenals een aantal jongens die hand- en spandiensten hebben verricht. Ook boerenjongens die net klaar zijn met hooien, komen dan soms nog even zwemmen. De eerste badmeester is Andries van den Berg. Hij wordt bijgestaan door mevrouw Huibers. Verschillende badmeesters volgen, onder wie Chris Sangers, die van 1964 tot 1968 badmeester is. Mevrouw Huibers blijft velen van hen assisteren. Ook haar man is parttime aanwezig.

Chris Sangers vraagt aan burgemeester Hoytema van Konijnenburg een geluidsinstallatie om mededelingen te kunnen omroepen. Kort daarna komt de burgemeester met een afgedankte megafoon aandragen, volgens hem nog uitstekend te gebruiken als omroepinstallatie. Als er een gasmasker moet worden aangeschaft ter bescherming tegen chloordampen, koopt de burgemeester een oud exemplaar bij een dumpzaak.

De wanden van het zwembad zijn oorspronkelijk maar zes centimeter dik. De druk aan de buitenkant van de wand is groot. Als het water uit het zwembad wordt gepompt om het te bad kunnen schoonmaken of om een nieuwe coating aan te brengen, moet er aan de buitenkant bronbemaling worden toepast om de druk te verminderen. Dat gaat meestal goed, maar in 1966 niet: één wand kan de druk niet aan en stort in.

In de loop van de jaren wordt het zwembad gemoderniseerd en uitgebreid. Er komen nieuwe kleedlokalen, terwijl een prachtig 50-meterbad wordt aangelegd. Het water is verwarmd en wordt nu door een echte zuiveringsinstallatie gezuiverd. Het seizoen wordt traditiegetrouw afgesloten met een tienkamp waaraan door teams kan worden deelgenomen.

Ongeveer vijftien jaar geleden dreigt het zwembad te worden gesloten. De hoge exploitatiekosten zijn voor de gemeente nauwelijks meer te betalen. Om sluiting te voorkomen wordt Stichting ‘t Willaer opgericht. De Vereniging Vrienden van Zwembad ‘t Willaer ondersteunt de stichting met haar leden en donateurs en verzorgt verschillende activiteiten zoals de Zwemvierdaagse. Hiernaast krijgt ‘t Willaer ook steun van de gemeentes Scherpenzeel en Renswoude, terwijl het bedrijfsleven uit deze plaatsen eveneens een steentje bijdraagt. Veel vrijwilligers zorgen voor het onderhoud van zwembad.

Aan alle voorwaarden voor een mooi zwemseizoen is voldaan, maar echt succesvol is het pas als ook het weer meewerkt.

advertentie
advertentie