Nieuwe strategie voor ontwikkeling Zuid

SCHERPENZEEL Binnenkort mag de gemeenteraad zich uitspreken over een nieuwe ontwikkelstrategie voor de gebiedsontwikkeling van Scherpenzeel Zuid.

De meest opvallende beleidswijziging die het college voorstelt, is om voortaan voorrang te geven aan de ontwikkeling van de gemeentelijke grondposities in het plangebied. Nieuwe initiatieven voor particuliere ontwikkelingen wil men in principe niet meer honoreren, tenzij deze een aantoonbare meerwaarde hebben die niet op andere wijze kan worden ingevuld.

GEMEENTELIJKE GRONDPOSITIES De gebiedsontwikkeling van Scherpenzeel Zuid is al enige jaren in uitvoering. Het startsein daarvoor werd gegeven met de ontwikkeling van de Heijhorst. Een deelgebied, dat, voor zover het gemeentelijke gronden betreft, momenteel nagenoeg is afgerond.

Inmiddels heeft de gemeente al een begin gemaakt met de ontwikkeling van het volgende gebied: Plan Akkerwinde. Met de ontwikkelstrategie wil het college, op basis van de structuurvisie en de woonvisie, de grondexploitaties en de woningbouwprogrammering, een heldere volgorde vaststellen voor de uitvoering van diverse plannen en ontwikkelingen. Daarbij wordt ervoor gekozen om voortaan de ontwikkeling van gemeentelijke grondposities voorrang te geven. De huidige plancapaciteit op gemeentelijke gronden is volgens het college namelijk meer dan voldoende. Nieuwe verzoeken van derden wil men dan ook gaan beoordelen volgens het principe 'Nee, tenzij het particuliere project een meerwaarde heeft die de concurrentie met bestaande plannen rechtvaardigt'.

BESTAANDE KERN Kijkend naar de toekomstige ontwikkeling oppert het college de volgorde: Heijhorst, Akkerwindelaan, Bruinhorsterlaan, Walstrolaan, 't Voort en tot slot het Wetro-terrein.

Hoewel de het college met betrekking tot de laatste ontwikkellocatie al geruime tijd in onderhandeling is over de aankoop daarvan door een particuliere ontwikkelaar, wil men in deze ontwikkelstrategie terugkomen op dat besluit. In de strategie wordt geconcludeerd dat het Wetro-terrein eigenlijk als laatste moet worden ontwikkeld omdat het plangebied niet aansluit op de bestaande kern. Het college geeft aan nog steeds te kiezen voor vraaggerichte ontwikkeling. Daarvoor is flexibiliteit in bestemmingsplannen nodig, zodat er telkens ingespeeld kan worden op de actuele vraag. Bij de ontwikkeling van Zuid wil het college sturen op het creëren van ruimte voor onder meer de volgende woningtypen: kleinere, betaalbare woningen voor jongere één- en tweepersoonshuishoudens, levensloopgeschikte woningen, combinatiewonen en -zorg alsmede vrije-sectorhuurwoningen en goedkope koopwoningen voor de middeninkomens, waaronder een groep starters. Omdat de gemeente volgens het college op dit moment meer woningbouwplannen heeft dan volgens prognoses noodzakelijk is, wil men ook initiatieven gaan nemen om meer mensen van buiten Scherpenzeel aan te trekken om hier te gaan wonen. Om al deze ambities te realiseren en in goede banen te leiden is volgens het college een gedegen projectorganisatie nodig die gekenmerkt wordt door zakelijkheid, vakkennis en transparantie. Hierdoor houdt de gemeente volgens het college de regie, kan zij snel schakelen met marktpartijen en de gebiedsontwikkelingen in Scherpenzeel voortvarend tot een succes maken.