Afbeelding

´Geen zin in om met burgemeester passende toiletpot uit te moeten zoeken´

23 mei 2017 om 00:00 Voorpagina

SCHERPENZEEL De politiek heeft het vaststellen van een nieuwe Erfgoedverordening even in de ijskast gezet. De aangescherpte regels voor eigenaren van gemeentelijke monumenten riepen zoveel commentaar en vragen op, dat men het college heeft verzocht om hierover eerst maar eens in gesprek te gaan met de direct betrokkenen.

Volgens twee insprekers bij de opinieronde van de gemeenteraad wordt de regelgeving voor monumenteigenaren in Scherpenzeel ,,te vergaand en nodeloos ingewikkeld gemaakt´´. De heren Mijnlieff en Van de Wetering attendeerden erop dat er in de nieuwe verordening geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen het monument, zijnde het gebouw en het perceel. ,,In principe zou daardoor straks zelfs mijn kippenhok in de tuin ineens tot monument worden verklaard'', aldus Jan Willem Mijnlieff.

COMPLETE WONING Mijnlieff maakt zich net als Van de Wetering zorgen over de aanwijzing van de complete woning (niet alleen het aanzicht aan de buitenzijde, maar ook de achterzijde en het interieur) als monument. Dit zou naar hun mening leiden tot een onredelijke lastenverzwaring van monumenteigenaren. Mijnlieff zei er geen zin in te hebben om straks samen met de burgemeester een passende toiletpot uit te moeten zoeken.

Zo erg zal het volgens de gemeente niet gaan worden, maar wethouder Tonnis van Dijk kon niet ontkennen dat de nieuwe regelgeving veel consequenties kan hebben voor de eigenaren van gemeentelijk monumenten. ,,Maar dat komt niet door deze nieuwe verordening'', meende Van Dijk. ,,De regels die daarin staan, zijn nu al van toepassing op basis van landelijke jurisprudentie. Ze staan nu alleen duidelijk op papier in een nieuwe gemeentelijke Erfgoedverordening. ,,Niet alleen de insprekers plaatsten bij deze uitleg vraagtekens, maar ook de politiek bleek niet echt overtuigd. ,,Het kenmerk van jurisprudentie is dat het vaak uitspraken betreft die betrekking hebben op een specifieke en bijzondere situatie. Het is maar de vraag of dat onverkort van toepassing kan worden verklaard op alle gemeentelijke monumenten in Scherpenzeel'', vond GBS-fractievoorzitter Henk Brons.

Jan Willem Mijnlieff, eigenaar van meerdere monumenten in alle voorkomende categorieën, variërend van beschermd dorpsgezicht tot rijksmonument, vond het volkomen flauwekul.

,,Met deze erfgoedverordening hanteert de gemeente Scherpenzeel een veel strenger regime dan landelijk zelfs voor rijksmonumenten geldt. De regelgeving voor rijksmonumenten wordt voor de eigenaren gecompenseerd met tal van regelingen, zoals speciale goedkopere hypotheken, hogere subsidies en allerlei fiscale mogelijkheden. Op deze manier worden eigenaren van gemeentelijke monumenten in verhouding onevenredig zwaar belast.''

De politiek leek nogal in de knoop te zitten met de tegenovergestelde meningen over de nieuwe Erfgoedverordening. Waar wel een unaniem gevoelen over bestond, was het feit dat de inhoud van de nieuwe verordening niet vooraf was gecommuniceerd naar en besproken met de plaatselijke monumenteigenaren. Men vond dat dit alsnog moet gebeuren en gaf aan de besluitvorming over deze verordening voorlopig uit te stellen, totdat overleg met de monumenteneigenaren heeft plaatsgevonden. Wethouder Tonnis van Dijk wilde wel gehoor geven aan de oproep van de politiek, maar waarschuwde ervoor dat dit mogelijk niet zal leiden tot significante wijzigingen in de nieuwe regelgeving. ,,De wet is de wet'', aldus Van Dijk. ,,Maar we zullen het punt voorlopig afvoeren van de agenda en erop terugkomen, nadat ik in gesprek ben geweest met de monumenteigenaren.''

advertentie
advertentie