´Licht is belangrijk in een schilderij´

RENSWOUDE In de bibliotheek in Renswoude gaven Cees Mudde en zijn vriendin Jeannet woensdagochtend aan scholieren van groep 6 en 7 van de christelijke basisschool De Stifthorst een ´kijkje in kunst´, De vraag daarbij was: hoe maak je kunst?

Dat gebeurde ter afsluiting van een taalproject, waarbij de woordenschat aan bod kwam met onder andere woorden als: uniek, pronkstuk, kunstenaar en galerie.

Cees werkte met krijt, Jeannet met textiel. Thuis had zij al het nodige voorwerk gedaan had. Werken met textiel vergt meer tijd, dan wanneer je met krijt aan de slag gaat.

LINKSHANDIG Toen Cees vroeg wie er van tekenen hield, ging een aantal handen omhoog. Hij wilde ook weten wie linkshandig was en wees erop dat veel kunstenaars linkshandig zijn. Cees ging vervolgens met krijt aan de slag, op een blauwe ondergrond. ,,Je werkt altijd van achteren naar voren."

Jeannet maakte duidelijk dat zij met textiel werkt, lapjes stof, wol of borduurzijde. Als Cees bezig is met krijt zijn bollenveld gestalte te geven, vraagt hij de scholieren: ,,Wat zien jullie?"

De reactie is direct: ,,Bloemen", waarop Cees meteen reageert met ,,krijt". Ook later probeert Cees dat trucje nog eens uit, maar dan roepen de scholieren samen: ,,krijt". Cees vertelde hen dat kunstenaars vaak eigenwijze mensen zijn. Hij wees erop dat tekenen niet echt moeilijk is. Om beurten lieten Cees en Jeannet hun vorderingen op hun schilderij zien, daarbij steeds aangevend hoe er gewerkt werd.

Cees: ,,Ik zet licht tegen donker en ook denk wel eens, welke kleur zal ik nu nemen?". Beiden waren bezig met een schilderij van een bollenveld. Tijdens dat opbouwen van het schilderij vertelde Jeannet dat de bloemen die het verst weg staan, kleiner zijn, maar ook minder duidelijk zichtbaar.

ONDERGRONDSE GANGEN Tijdens het werken aan hun schilderij vertelde Cees dat de eerste tekeningen zo'n 36.000 jaar geleden gemaakt werden, ook met krijt, onder andere in ondergrondse gangen.Met zichtbaar gemak was Cees bezig met de opbouw van zijn schilderij, daarbij opmerkend ,,tekenen is vlekken maken. Zit je T-shirt onder de vlekken, zeg dan thuis: ´dit is kunst´.´´

Al werkend aan z'n schilderij vertelde Cees dat vooral het licht in een schilderij belangrijk is. Hij liet de scholieren even naar buiten kijken, naar een boom, die achter het appartementengebouw bij de bibliotheek stond. De kinderen kregen ook tijd om vragen te stellen. Een van hen wilde weten hoeveel tijd Jaennet nodig had om een textielschilderij te vervaardigen.

Haar reactie: ,,Daar gaat veel tijd in zitten. Ik heb altijd veel met kleding gewerkt, totdat ik deze kunstvorm ontdekte".

Cees wees erop dat dit soms heel verschillend is en dat je ook niet altijd met regelmaat aan een schilderij werkt. Op de vraag hoeveel schilderijen hij gemaakt had, was het antwoord: ,,Ik denk al wel 1.000, waaronder ook veel portretten, ja zoveel dat ik daar nu weinig zin meer in heb".

Samen met Cees en Jeannet bekeken de scholieren de expositie van hen, aan de wanden in de bibliotheek. Pas dan wordt sommige kinderen duidelijk dat er tussen de schilderijen aan de wand ook een aantal hangen die Jeannet met textiel gemaakt heeft. Cees en Jeannet gaven uitleg over hun manier van werken bij de expositie ´Van Heuvelrug naar platteland en terug´.