Provincie blij met peiling Kieskompas
14 april 2021 om 12:25 Politiek Fusie met BarneveldSCHERPENZEEL Gedeputeerde Jan Markink is zeer tevreden met de uitkomsten van het onderzoek dat Kieskompas in opdracht van de provincie heeft gedaan naar het draagvlak voor het herindelingsontwerp onder de inwoners van Scherpenzeel en Barneveld. Volgens de bestuurder toont het onderzoek aan dat kennis leidt tot andere opvattingen en invloed heeft op het draagvlak.
De deelnemers kregen twee keer de vraag voorgelegd wat ze van een samenvoeging vinden: aan het begin van het onderzoek en aan het eind. Naast een aantal vragen en stellingen van meer algemene aard, richtte Kieskompas zich in het onderzoek met name op vier punten uit het herindelingsontwerp, te weten: de nieuwe gemeente zal zich inzetten dat voorzieningen in de dorpen behouden en verbeterd worden (in Scherpenzeel vooral De Breehoek met de bibliotheek en het zwembad); het niveau van dienstverlening en service voor de inwoners van Scherpenzeel en Barneveld moet minstens hetzelfde blijven; Scherpenzeel krijgt eigen verantwoordelijkheden en zeggenschap binnen de nieuwe gemeente waarvoor het huidige dorpenbeleid van Barneveld wordt doorontwikkeld en de samengevoegde gemeenten zijn op de lange termijn financieel sterker dan de twee gemeente apart.
Het percentage Scherpenzelers dat de voorgenomen samenvoeging aan het begin van het onderzoek een goed plan noemt (18%) noemt de provincie vergelijkbaar met de groep (15%) die bij de peiling van de gemeente op 17 maart voor de variant fusie met Barneveld stemde. Verder liet 12% van de Scherpenzeelse respondenten weten een fusie onder voorwaarden wel acceptabel te vinden; 67% vond een herindeling een slecht plan, 2% maakte het niet veel uit en 2% had geen mening.
Aan het eind van het onderzoek werd de deelnemers opnieuw gevraagd naar hun mening over de voorgenomen samenvoeging als het herindelingsontwerp wordt uitgevoerd én de vier punten (inspraak, voorzieningen, dienstverlening en financiën) worden waargemaakt. Hierop steeg het percentage respondenten dat het goed plan vond van 18% naar 20% en de 12% die een fusie onder voorwaarden acceptabel vond naar 21%. Het percentage van 67% dat het in eerste instantie een slecht plan vond daalde van 67% naar 48%. De 2% die het niet uitmaakte kwam uit op 3% en bij geen mening/weet niet was er een toename van 2% naar 7%.
Hoewel de berekeningen van Kieskompas niet helemaal waterdicht lijken te zijn (de percentages bij de eerste vraag komen opgeteld uit op 101% en het totaal komt bij de tweede vraag niet verder dan 99%), toonde de provincie zich in hun persbericht opgetogen over de stijging (van 30% naar 41%) van Scherpenzeelse deelnemers die een fusie, al dan niet onder voorwaarden, een goed plan vinden. Ook bij de Barnevelders werden verschuivingen gesignaleerd. De eerste keer vond 32% van de deelnemers samenvoeging een goed of, onder voorwaarden, acceptabel plan. In de tweede ronde steeg dit percentage naar 51%. Het percentage dat geen voorstander van de samenvoeging was, daalde onder de Barneveldse deelnemers van 37% naar 25%. Voor 13% (eerst 25%) maakte het eigenlijk niets uit en het percentage Barnevelders met geen mening/weet niet steeg van 7% naar 12%.
In het onderzoek is overigens niet gecheckt of de deelnemers weten dat het niet de provincie, maar aan de nieuwe gemeente(raad) is om, bij samenvoeging, het plan te realiseren. Wel werd vastgesteld dat er opvallend veel respondenten betwijfelen of de plannen uit het ontwerp wel waargemaakt zullen worden.
Gedeputeerde Markink is in elk geval blij met het onderzoek van Kieskompas. ,,Het laat zien dat kennis leidt tot andere opvattingen en invloed heeft op het draagvlak’’, zo meent hij.
Aan het onderzoek hebben 925 mensen meegedaan: 525 uit Barneveld en 400 uit Scherpenzeel. De provincie oordeelt dat dit een betrouwbaar beeld geeft van de meningen in beide gemeenten.
Door Margreet Hendriks