Eis: 1,5 jaar cel voor Scherpenzeler

SCHERPENZEEL - ,,Als ik had geweten dat ik een mens had aangereden, was ik zeker gestopt”. Dat zei een 26-jarige Scherpenzeler tegen de Utrechtse rechtbank. De automobilist, die te veel had gedronken, dacht naar eigen zeggen afgelopen mei dat hij ’s nachts in Leusden een hert had geraakt. Daarom reed hij door. Het slachtoffer, een havo-scholier, bleef met hersenletsel, een gekneusd lichaam en een gebroken been achter op de Hamersveldseweg. Pas na enige tijd werd hij gevonden door een passerende automobiliste. Volgens de Scherpenzeler had hij wel een klap gehoord en hij dacht dat hij een hert had aangereden. Hij kon niet uitleggen waarom hij niet was uitgestapt om poolshoogte te nemen. En evenmin kon hij een verklaring geven voor het feit dat hij was gaan rijden, hoewel hij wist dat hij te veel drank op had. Nadat hij het ongeluk had gehad, werd hij toevallig even later door de politie gecontroleerd. Uit de ademtest bleek dat zijn alcoholgehalte 610 was. Toen de agenten hem naar de schade aan zijn auto vroegen, vertelde hij over een botsing met een hert. Dat hij bewust had gelogen, onder meer omdat hij ook cocaïne had gebruikt, zoals de officier van justitie hem ten laste legde, ontkende hij. Het slachtoffer vertelde woensdag dat het inmiddels goed met hem gaat, hoewel in het ziekenhuis onder meer een deel van zijn schedel moest worden gelicht. De officier van justitie vond het extra kwalijk dat de verdachte al eerder was veroordeeld voor dronken rijden en ook een alcohol-verkeer-cursus had gevolgd. Hij eiste anderhalf jaar celstraf tegen de Scherpenzeler, waarvan een half jaar voorwaardelijk en een rijontzegging van vier jaar. Volgens hem had de Scherpenzeler het ongeluk veroorzaakt omdat hij na een bocht te veel midden op de weg reed. Maar raadsvrouwe B. Jager meldde dat zou zijn gebleken dat het juist de fietser was die midden op de weg stond. Ook zou die geen licht hebben gevoerd. De rechtbank doet uitspraak op 3 september.